U kunt de eigenschappen van een object wijzigen.De eigenschappen die u kunt veranderen zijn afhankelijk van het object dat u selecteert.U kunt ook meerdere objecten selecteren en de eigenschappen daarvan op hetzelfde moment wijzigen.
De opvulling wijzigen
U kunt de opvulling van een object veranderen door het object te selecteren en de opvulling in het tabblad Eigenschappen in te stellen door te klikken op Opvulling , de opvulling in te stellen en daarna het object te selecteren.
Als het tabblad Eigenschappen niet zichtbaar is, drukt u op Eigenschappen.
Druk op Opvuleffecten.
Selecteer een opvulstijl:
Opvulstijl
Procedure
Geen (doorschijnend)
Selecteer Geen opvulling.
Effen kleur
Selecteer Effen opvulling.
Voer een van de volgende acties uit:
Selecteer een van de 40 kleuren uit het palet.
Druk op Meer en selecteer vervolgens een kleur in het dialoogvenster.
Druk op het pipet en selecteer vervolgens een kleur op het scherm.
Kleurovergang tussen twee kleuren
Selecteer Opvulling met kleurovergang.
Voor beide kleuren een van de volgende acties uit:
Selecteer een van de 40 kleuren uit het palet.
Druk op Meer en selecteer vervolgens een kleur in het dialoogvenster.
Druk op het pipet en selecteer vervolgens een kleur op het scherm.
Selecteer een optie uit de vervolgkeuzelijst Stijl.
Patroon
Selecteer Opvulpatroon.
Selecteer een patroon.
Druk op Voorgrondkleur, selecteer een kleur in het dialoogvenster en druk vervolgens op OK.
Druk op Achtergrondkleur, selecteer een kleur in het dialoogvenster en druk vervolgens op OK.
Beeld
Selecteer Opvulling met afbeelding.
Druk op Bladeren.
Selecteer de afbeelding die u als achtergrond wilt gebruiken en druk vervolgens op Openen.
NB
Als u een grote afbeelding toevoegt, kan het zijn dat er een dialoogvenster verschijnt en u gevraagd wordt om de grootte van de afbeelding te verkleinen of te behouden.Zie voor meer informatie Omvang bestanden verminderen.
Selecteer Omvang van bestand houden om de grootte van de afbeelding te behouden, ongeacht of de afbeelding groter of kleiner is dan het object.
OF
Selecteer Afbeelding passend verkleinen om de afbeelding op maat te snijden voor het object.
U kunt ook de schuifbalk Doorschijnendheid object naar rechts schuiven om het object doorschijnend te maken.
Tip
U kunt ook de objecteigenschappen veranderen door het gebruik van de eigenschapskiezers op de werkbalk.
Herhaal stap 2 voor ieder object dat u wilt opvullen.
Digitale inkttekeningen vullen
Naast het vullen van vormen, regelmatige polygonen en onregelmatige polygonen, kunt u ook gebieden invullen die omsloten zijn door digitale inkt met de knop Opvulling .
Aantekeningen
Om een gebied op te vullen, moet u het omsluiten met een enkele strook digitale inkt.
U kunt geen omsloten gebied invullen wanneer dit onderdeel is van een groep (zie Objecten groeperen).
Wanneer u een omsloten gebied opvult, wordt de opvulling een afzonderlijk object dat u uit het omsloten gebied kunt verplaatsen naar een andere locatie.U kunt het omsloten gebied opvullen en het resulterende vulobject meerdere keren verplaatsen.
Andere eigenschappen wijzigen
Naast opvulling kunt u de lijnstijl en tekststijl van een object veranderen.
Als het tabblad Eigenschappen niet zichtbaar is, drukt u op Eigenschappen.
Druk op Tekststijl.
Verander de tekststijl van het object (zie Tekst opmaken).
Hulpmiddelinstellingen opslaan
Wanneer u een instrument in de werkbalk selecteert, kunt u de standaardinstellingen veranderen met het tabblad Eigenschappen en uw wijzigingen opslaan door te klikken op Eigenschappen van hulpmiddel opslaan.
Wanneer u uw wijzigingen in de standaardinstellingen van een hulpmiddel opslaat, zal de knop van het hulpmiddel deze wijzigingen tonen: