U bent hier:Problemen oplossen > Probleemoplossing met de SMART Notebook software > Probleemoplossing objecten

Probleemoplossing objecten

Probleem

Aanbeveling

Wanneer u een .notebookbestand op een computer maakt en op een andere computer opent, worden de objecten in het bestand afwijkend getoond.

Er zijn verschillende oorzaken.De meest voorkomende zijn:

  • U gebruikt een lettertype dat op de ene computer wel is geïnstalleerd maar niet op de andere.

  • De twee computers hebben verschillende besturingssystemen.

  • De twee computers hebben verschillende versies van SMART Notebook-software.

Zie voor meer informatie over deze oorzaken en oplossingen smarttech.com/kb/125681.

Wanneer u een object verplaatst, groter of kleiner maakt, of op andere wijze veranderd, wijzigen ook andere objecten.

De objecten zijn gegroepeerd.Elke verandering die u aanbrengt op één object, zal ook van invloed zijn op de andere objecten.

Selecteer de objecten en selecteer daarna Indeling> Groepen instellen > Groep opheffen om de groep op te heffen. U kunt nu de individuele objecten verplaatsen, groter of kleiner maken of op andere wijze veranderen.

Zie voor meer informatie Objecten groeperen.

U wilt een object verplaatsen, groter of kleiner maken of op andere wijze veranderen.Een vergrendelpictogram verschijnt in plaats van een menupijl wanneer u het object selecteert.

Het object is vergrendeld waardoor u er geen wijzigingen in kunt maken.Om het object te ontgrendelen, selecteert u het object en drukt op , en selecteert vervolgens Ontgrendelen.

Zie voor meer informatie Objecten vergrendelen.

Een object op een pagina bedekt een ander object:

U wilt dit veranderen zodat het tweede object het eerste object bedekt:

Wanneer u objecten maakt, zullen nieuwe objecten automatisch de oude objecten bedekken wanneer deze op dezelfde positie op de pagina staan.

U kunt de volgorde van de objecten veranderen.Zie voor meer informatie Gestapelde objecten opnieuw rangschikken.

Wanneer u een object vult met een afbeelding die groter is dan het object, wordt de afbeelding afgesneden:

Omgekeerd: wanneer u een object met een afbeelding vult dat kleiner is dan het object, worden de afbeeldingen naast elkaar weergegeven.

Wanneer u een object met een afbeelding vult, selecteer dan Pas afbeelding aan het formaat aan om de omvang van de afbeelding aan het object aan te passen:

Zie voor meer informatie Objecteigenschappen wijzigen.

Ook in dit gedeelte

Probleemoplossing bestanden

Probleemoplossing met het SMART Notebook-softwarevenster en softwarewerkbalk

Probleemoplossing digitale inkt

Probleemoplossing gebaren